Het vraagt een paradigmashift in de vorm van een beperkte set wetswijzigingen en zal mensen met schulden veel geld besparen. Op dinsdag 3 oktober 2023 nam Minister Weerwind voor Rechtsbescherming het onderzoeksrapport met interesse in ontvangst. Bij het in ontvangst nemen heeft een prettig gesprek plaatsgevonden waarbij de minister aandachtig heeft geluisterd naar de bevindingen van de onderzoekers. Er was voldoende ruimte om over en weer vragen te stellen over het onderzoek en de aanbevelingen.
Het uitgangspunt in het Nederlandse incassosysteem luidt dat overeenkomsten moeten worden nagekomen. In het licht van dit principe voorziet het incassosysteem schuldeisers van middelen en bevoegdheden om te proberen de eigen vordering te innen. In situaties waarin een debiteur vorderingen heeft bij verschillende schuldeisers en niet genoeg geld om deze te betalen, werkt het systeem al snel pervers uit. De betaalcapaciteit van de debiteur wordt zowel in de incasso- als de executiefase niet naar rato verdeeld met onder meer als gevolg dat de schuldenpakketten door de individuele acties van schuldeisers worden opgehoogd met (onnodig) hoge kosten. Dat schuldeisers als gevolg van de hoge kostenoploop onnodig lang moeten wachten op (gedeeltelijke) betaling. Dat debiteuren nieuwe schulden maken omdat de betaalafspraken niet aansluiten op hun betaalcapaciteit.
Een oplossing voor de hoge kostenoploop kan door debiteuren gevonden worden in de schuldhulpverlening. Zij zetten doorgaans niet de stap naar schuldhulpverlening. Van alle huishoudens met geregistreerde problematische schulden maakt nog geen 5 procent gebruik van een schuldregeling met kwijtschelding. De hoge kostenoploop van vorderingen in combinatie met het geringe gebruik maakt dat ongeveer een half miljoen huishoudens worstelen met geregistreerde problematische schulden zonder direct uitzicht op een oplossing.
De LOSR en Hogeschool Utrecht hebben een voorstel uitgewerkt om de kostenoploop te stoppen met een beperkte set aan wetswijzigingen. De kern van het voorstel is gelegen in een verschuiving waarbij schuldeisers niet meer met elkaar concurreren om een zo groot mogelijk deel van de afloscapaciteit maar waarin deze naar rato wordt verdeeld. In het publieke debat wordt er wel uitgehaald naar schuldeisers en de namens hen incasserende partijen. Op zijn tijd is de kritiek terecht. Maar wie analyseert waar het huidige systeem toe uitnodigt en aanzet, realiseert zich dat het terugdringen van de schuldenproblematiek in Nederland veel meer vraagt dan schuldeisers en incasserende partijen die hun verantwoordelijkheid nemen. Het vraagt een herijking van het incassosysteem opdat inning gericht is op 1) het eerlijk verdelen van de betaalcapaciteit van de debiteur 2) het voorkomen van kostenoploop 3) het stimuleren van debiteuren met problematische schulden om hulp te zoeken.
De ambitie om schulden klein te houden en meer perspectief te bieden aan schuldeisers en debiteuren kan gerealiseerd worden door invulling te geven aan de volgende vijf maatregelen:
- In de incassofase voorzien in een afbetalingsplan waarbij de afloscapaciteit door een onafhankelijke partij op een vaste wijze wordt vastgesteld en schuldeisers naar rato van hun vordering meedelen zonder verdere kostenoploop.
- In de executiefase aan schuldeisers de mogelijkheid bieden om mee te delen in beslag zonder dat daar extra kosten voor gemaakt moeten worden.
- Een zorgplicht voor gerechtsdeurwaarders om mensen met grote betaalproblemen te motiveren de stap naar hulp te zetten.
- Financiële prikkels in het systeem brengen die ervoor zorgen dat de schulden in de incassofase opgelost worden en de stap naar de rechter niet snel gemaakt wordt.
- Financiële prikkels in het systeem brengen die er voor zorgen dat debiteuren die de stap naar hulpverlening niet uit zichzelf zetten toch vaker in beweging komen.
Meer informatie is te vinden op www.schuldenkleinhouden.nl