Schulden klein houden en perspectief bieden

Een paradigmashift in de incasso

Schulden zouden geen verdienmodel mogen zijn

Bron: Coen Ramaer
uur

Van elke euro die ze innen, houden de ruim 500 incassobureaus in Nederland gemiddeld bijna de helft zelf. En dat terwijl een recordaantal huishoudens zou kampen met ‘problematische schulden’. Een nieuw ‘incassoregister’ moet de woekerende industrie aan banden leggen, maar critici vinden het te vrijblijvend. ‘We plakken pleisters.’

Illustratie: Nathalie Lees 


André Moerman schreef namens de Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden meerdere rapporten over de incassoproblematiek, die tot Kamervragen en moties leidden. Hij vindt dat de veran­deringen te langzaam gaan. Zo wijst hij erop dat schuldeisers elkaars concurren­ten zijn bij het verkrijgen van het beschik­bare geld van een schuldenaar. Stel dat vier schuldeisers geld van dezelfde per­soon najagen, maar die persoon niet het geld heeft om alle schulden af te lossen. Dan krijgt vaak maar één schuldeiser geld, waarna de andere drie naar de rechter kunnen stappen, om zo te proberen alsnog een deel van de schuld op te eisen. Dat brengt allerlei kosten voor de schulde­naar met zich mee. Veel beter zou het volgens Moerman zijn als schuldeisers het beschikbare budget van een schuldenaar met elkaar verdelen, waardoor alle schul­den van de schuldenaar kleiner worden en er meer perspectief komt op een schul­denvrije toekomst.
 
Tegelijkertijd wil Moerman oppassen voor al te veel negativiteit. Hij wijst erop dat het limiteren van de incassokosten in 2012 al een belangrijk deel van de incasso­problematiek oploste. Bovendien, en dat is volgens hem het belangrijkste, zag hij het mensbeeld in Den Haag de afgelopen jaren veranderen. “Zelfredzaamheid was een soort dogma”, zegt hij. “Nu is het: wij snap­pen dat je de enveloppen niet opent en we gaan je helpen.” Daarom vindt Moerman dat er reden is voor optimisme. “We zitten in een transitie en dat is zijn vruchten aan het afwerpen.”

Lees het hele artikel op OneWorld