Voor de deurwaarder geldt een ministerieplicht. Dit betekent dat hij in beginsel verplicht is op de opdrachten van de schuldeiser (dagvaarden, beslag leggen) uit te voeren. Met de voorgestelde maatregelen vindt een verschuiving plaats van invorderen gericht op het individueel belang van de individuele schuldeiser, naar invorderen gericht op het collectieve belang van de schuldeiser, de debiteur en zelfs andere schuldeisers. Dit betekent dat de deurwaarder ook gehouden is om andere schulden van de debiteur te inventariseren, bij te dragen aan het voorkomen van kostenoploop en de debiteur te wijzen op mogelijkheden van hulp- en ondersteuning bij het oplossen van de schulden.
Om te voorkomen dat de deurwaarder hiermee niet in strijd komt met de oorspronkelijke opdrachtgever, is het van belang dat hiervoor in de Gerechtsdeurwaarderswet een zorgplicht wordt opgenomen.